Successie is een ecologisch proces waarbij een merkbare verandering in de soortensamenstelling binnen een habitat plaatsvindt. Deze verandering vindt plaats binnen een bepaalde tijd in jaren. Er wordt een stabiele levensgemeenschap gevormd. Het hele proces kent verschillende fases die elkaar in een bepaalde volgorde opvolgen. Successie begint meestal met een kaal verstoord gebied, waar een aantal pioniersoorten zich kunnen vestigen. Naarmate de successie vordert en de fases elkaar opvolgen wordt het systeem complexer. Successie wordt ook wel vegetatieproces genoemd.
Aan successie komt ook een einde. Wanneer de soortensamenstelling van een gebied over langere tijd niet meer veranderd heeft het successieproces het eindstadium bereikt. Dit stadium noemt men Climaxvegetatie.
In Nederland is het eindstadium van successie het eiken-beukenbos.
Primaire successie
Secundaire opvolging
Pioniersvegetatie
Dit zijn meestal eenjarige soorten die heel snel de kale of verstoorde bodem bedekken. De verstoring van de bodem kan op natuurlijke wijze zijn gebeurd, maar kan ook het gevolg zijn van een menselijke activiteit zoals het omploegen van een akker. De zaden van pioniersplanten kiemen snel en groeien en produceren veel lichte zaden in hetzelfde groeiseizoen dat zich makkelijk verspreidt. Voorbeelden zijn melganzevoet, perzikkruid en harig knopkruid, korenbloem, kamille en grote klaproos. Een pionierssoort kan niet alleen een plant zijn maar ook een dier, een bacterie, alg of korstmos. De vestiging van pionierssoorten is meestal de eerste stap in ecologische successie.
De bodem is in dit stadium bacterierijk: 10 bacteriën op 1 schimmel.
Graslandvegetatie
Al na één seizoen evolueert de pioniersvegetatie naar graslandvegetatie. Grassen kiemen trager en wortelen dieper dan dan de pioniersplanten. Deze meerjarige vegetatie vormt een grasmat met graswortels waardoor de pioniersplanten verdwijnen. Naast grassen kunnen graslandplanten in de grasmat overleven. Vaak hebben graslandplanten een bladrozet waardoor er schaduw ontstaat zodat er geen gras kan groeien. Voorbeelden zijn margriet, gewoon duizendblad en smalle weegbree. Graslandplanten hebben een lange bloeistengel die boven de grassen uitsteekt. In deze fase stijgt het aantal schimmels en de dikte en de activiteit in de bodem neemt toe.
Ruigtekruidenvegetatie
Wanneer men geen gras maait komt het in bloei waarna de halmen afsterven. Jaar na jaar wordt op deze manier de bodem aangevuld met organisch materiaal dat verteert wordt door bodemorganismen. Typisch floreren kruiden zoals het boerenwormkruid, bramen, harig wilgenroosje en ook de brandnetel op deze rijker geworden grond. De periode tussen pioniers vegetatie en ruigtekruidenvegetatie duurt maximaal 5 jaar.
Struweelvegetatie
Zaailingen van struiken en bomen worden door de wind, vogels en water aangevoerd. Soorten zoals de meidoorn en vlier maar ook zonminnende bomen zoals de berk, els, wilg en eik duiken op. De hoeveelheid schaduw neemt toe waardoor de grassen en kruiden grotendeels verdwijnen. Ook neemt de ondergrondse activiteit toe. Mycorrhizaschimmels gaan de samenwerking aan met bomen waardoor een ondergronds netwerk ontstaat die de uitwisseling van grondstoffen verder stimuleert. De periode tussen ruigtekruidenvegetatie en struweelvegetatie duurt twee tot vijf jaar.
Bosvegetatie
Op termijn evolueert een pioniersbos met berken en populieren naar een bos met halfschaduw soorten tot een bos met schaduwboomsoorten zoals de beuk en esdoorn. Op dit punt spreken we over een stabiel ecosysteem dat niet langer wezenlijk verandert. De verhouding schimmels en bacteriën is gestegen tot 1000/1. De eindfase in successie is bereikt. Men noemt dit climaxvegetatie. Hoe de levensgemeenschap er in de climaxvegetatie er uitziet is afhankelijk van de lokaal geldende omgevingsfactoren. Bodemgesteldheid, gemiddelde jaarlijkse hoeveelheden neerslag, temperatuur of de hoeveelheid zon zorgt ervoor dat in verschillende klimaatzones de climaxvegetatie er anders uitziet. Het eindproductie van de successie kan dus een loofbos zijn, maar ook een toendra met maar wat lage begroeiing van mossen of een woestijn met hier en daar een cactus. De periode tussen struweelvegetatie en bosvegetatie kan wel honderden jaren duren.
Successie is een natuurlijk, moeilijk te stoppen proces. Als we de natuur en dus de successie in Nederland zijn gang laten gaan zal heel Nederland veranderen in een loofbos. Voor natuurbeheerders en ecologen is dat een slecht scenario, omdat dat ten koste gaat van de biodiversiteit in Nederland. Op vele plekken in Nederland wordt de successie een halt toegeroepen om diversiteit aan ecosystemen te behouden. Het beheer komt altijd neer op twee hoofdpunten: verwijderen van opgroeiende bomen en struiken en het verarmen van de bodem.
Verwijderen van vegetatie
Om te voorkomen dat in open gebieden bomen gaan groeien kunnen natuurbeheersers grote grazers inzetten. Deze grote grazers verwijderen kiemplanten (opschot) van bomen en struiken. Op deze manier blijft het gebied open, en zal er geen bos ontstaan. In gebieden die al bebost zijn kunnen bomen mechanisch worden verwijderd. Deze laatste manier van beheer is altijd moeilijk aan wandelend publiek uit te leggen: weghalen van bomen, om de natuur te behouden lijkt een enorme paradox. De open plekken kunnen opnieuw gekoloniseerd worden met kruidachtige planten.
Verwijderen van mineralen uit de bodem
Stikstof- en fosfordepositie vanuit industrie en verkeer zorgt ervoor dat bodems voedselrijker worden dan wenselijk. Veel zeldzame en bijzondere soorten groeien op voedselarme bodems. Het verwijderen van mineralen uit de bodem is veel ingewikkelder dan het verwijderen van vegetatie. Door de voedselrijke toplaag af te graven en af te voeren kunnen bodems voedselarmer worden gemaakt. Het verwijderen van dood organisch plantaardig afval draagt ook bij aan het voedselarm maken of houden van bodems.
Bron:
Biologielessen.nl
Velt
Wikipedia
Wat is onkruid
Onkruid is een plantje dat groeit op een plaats waar je zelf niets geplant hebt. Soms zijn ze onbekend en meestal ongewenst. Toch spelen onkruiden een grote rol in het natuurlijk evenwicht van de bodem. Onkruiden zijn vaak bestand tegen omstandigheden waar cultuurgewassen niet tegen kunnen, zoals droogte, een hoge zuurgraad, een tekort aan humus en mineralen of bij minerale eenzijdigheid.
Nut van onkruid
In een ecologische tuin is er ruimte voor onkruid. Sommige onkruiden zijn heel nuttig, functioneel, eetbaar of zijn gewoon heel mooi.
Voordelen van onkruid
Nadelen van onkruid
Waarom wil je dan toch het onkruid bestrijden en hoe doe je dat
Onkruid neemt het voedsel van de planten weg die je wilt behouden en zal ook de plaats en het licht er van innemen. Onkruid kan giftig zijn voor mens en dier.
Hoe doe je dat
Huismiddelen
Gebruik geen huismiddelen zoals:
Deze verpesten de bodem en het grondwater.
Indicatorplanten
Indicatorplanten worden ook wel signaal- of wijzerplanten genoemd en vallen onder de onkruiden.
Indicatorplanten zijn wilde planten met een missie, zij hebben ons wat te vertellen en geven een boodschap aan ons door vooral wanneer van hetzelfde onkruid een groot aantal aanwezig is in de tuin of in het gazon. Zij kunnen ons wat vertellen over de omgeving, milieu en de bodem.
Voor veel mensen zal onkruid, gewoon onkruid zijn. Maar wanneer men begrijpt waarom sommige onkruiden in grote hoeveelheden plotsklaps verschijnen dan kan je deze wellicht gaan waarderen.
Wat kunnen indicator planten ons vertellen
Tabel bodem en onkruidsoorten | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Harde gronden: machines,klei, slechte vruchtwisseling |
Bewerkte gronden: door de mens |
Slecht gedraineerde gronden: te nat |
Droge gronden: laag pH, weinig humus |
Zure gronden: laag pH |
Kalkarme gronden: laag pH, zandgrond |
Alkalische gronden: hoog pH en hoog Kaliumgehalte |
Herik |
Ganzenvoet | Varkensgras |
Mosterd |
Veldzuring |
Klaver |
Heemst |
Nachtschade | Vogelmuur | Winde | Ganzerik |
Ganzerik |
Vingerhoedskruid | Ganzevoet |
Winde | Paardebloem | Nagelkruid | Guldenroede | Heermoes | Witte Toorts | Knoopkruid |
Kamille | Boterbloem | Koekoeksbloem | Anjersoorten | Havikskruid | Brem | Papaver |
Brandnetel | St. Jacobskruid | Honingklaver | Knoopkruid | |||
Varkensgras | Guldenroede | Korenbloemen | Korenbloem | |||
Ereprijs | Astersoorten | Ereprijs | ||||
Kaasjeskruid | Zilverschoon | Wolfsmelk |