• Bodemsuccessie en onkruid



    Successie

    Wat is Successie

    Successie is een ecologisch proces waarbij een merkbare verandering in de soortensamenstelling binnen een habitat plaatsvindt. Deze verandering vindt plaats binnen een bepaalde tijd in jaren. Er wordt een stabiele levensgemeenschap gevormd. Het hele proces kent verschillende fases die elkaar in een bepaalde volgorde opvolgen. Successie begint meestal met een kaal verstoord gebied, waar een aantal pioniersoorten zich kunnen vestigen. Naarmate de successie vordert en de fases elkaar opvolgen wordt  het systeem complexer. Successie wordt ook wel vegetatieproces genoemd.

     

    Aan successie komt ook een einde. Wanneer de soortensamenstelling van een gebied over langere tijd niet meer veranderd heeft het successieproces het eindstadium bereikt. Dit stadium noemt men Climaxvegetatie.
    In Nederland is het eindstadium van successie het eiken-beukenbos.

     

    Primaire successie

    • Primaire successie is de eerste levensvorm die plaatsvindt in elke kale, onbewoonde en onbezette gebieden.  Er is nog nooit eerder levend materiaal aanwezig geweest.
    •  In het begin is de toestand van het land ongeschikt om leven in stand te houden omdat er geen bodem en humus aanwezig is. 
    • Het proces van primaire successie kan honderden tot 1000 jaren duren.


     

    Secundaire opvolging

    • Bij secundaire successie zijn bodem en humus aanwezig, samen met sommige organismen.  Secundaire successie treedt op wanneer het gebied van primaire successie wordt verstoord vanwege een natuurlijke oorzaak of interne factoren.
    • Successie kan op gang komen door een groter aantal factoren, maar kan ook gecontroleerd op gang gebracht worden door aanwezigheid van grote grazers, het ploegen van velden, het verwijderen van bepaalde soorten, het uitbreken van ziektes, het kappen van bossen, overstroomde gronden en het gebied dat door natuurrampen is verwoest.
    • Ook de impact van oorlogen op het milieu kan een successiereeks op gang brengen. 
    • Al deze factoren beschadigen een ecosysteem. Wanneer er een verstoring plaatsvindt binnen een bestaand ecosysteem, wordt zelden de complete levensgemeenschap vernietigd
    •  Het proces van secundaire successie heeft een tijdsspanne van 50- 200 jaar.


     

    Verschillende fases van Primaire successie tot Climax vegetatie

    Pioniersvegetatie

    Dit zijn meestal eenjarige soorten die heel snel de kale of verstoorde bodem bedekken. De verstoring van de bodem kan op natuurlijke wijze zijn gebeurd, maar kan ook het gevolg zijn van een menselijke activiteit zoals het omploegen van een akker.  De zaden van pioniersplanten kiemen snel en groeien en produceren veel lichte zaden in hetzelfde groeiseizoen dat zich makkelijk verspreidt. Voorbeelden  zijn melganzevoet, perzikkruid en harig knopkruid, korenbloem, kamille en grote klaproos. Een pionierssoort kan niet alleen een plant zijn maar ook een dier, een bacterie, alg of korstmos. De vestiging van pionierssoorten is meestal de eerste stap in ecologische successie.

    De bodem is in dit stadium bacterierijk: 10 bacteriën op 1 schimmel.
     

    Graslandvegetatie

    Al na één seizoen evolueert de pioniersvegetatie naar graslandvegetatie. Grassen kiemen trager en wortelen dieper dan dan de pioniersplanten. Deze meerjarige vegetatie vormt een grasmat met graswortels waardoor de pioniersplanten verdwijnen. Naast grassen kunnen graslandplanten in de grasmat overleven. Vaak hebben graslandplanten een bladrozet waardoor er schaduw ontstaat zodat er geen gras kan groeien. Voorbeelden zijn margriet, gewoon duizendblad en smalle weegbree. Graslandplanten hebben een lange bloeistengel die boven de grassen uitsteekt. In deze fase stijgt het aantal schimmels en de dikte en de activiteit in de bodem neemt toe.

     

    Ruigtekruidenvegetatie

    Wanneer men geen gras maait komt het in bloei waarna de halmen afsterven. Jaar na jaar wordt op deze manier de bodem aangevuld met organisch materiaal dat verteert wordt door bodemorganismen. Typisch floreren kruiden zoals het boerenwormkruid, bramen, harig wilgenroosje en ook de brandnetel op deze rijker geworden grond. De periode tussen pioniers vegetatie en ruigtekruidenvegetatie duurt maximaal 5 jaar.

     

    Struweelvegetatie

    Zaailingen van struiken en bomen worden door de wind, vogels en water aangevoerd.  Soorten zoals de meidoorn en vlier maar ook zonminnende bomen zoals de berk, els, wilg en eik duiken op. De hoeveelheid schaduw neemt toe waardoor de grassen en kruiden grotendeels verdwijnen. Ook neemt de ondergrondse activiteit toe. Mycorrhizaschimmels gaan de samenwerking aan met bomen waardoor een ondergronds netwerk ontstaat die de uitwisseling van grondstoffen verder stimuleert. De periode tussen ruigtekruidenvegetatie en struweelvegetatie duurt twee tot vijf jaar.
     

    Bosvegetatie

    Op termijn evolueert een pioniersbos met berken en populieren naar een bos met halfschaduw soorten tot een bos met schaduwboomsoorten zoals de beuk en esdoorn. Op dit punt spreken we over een stabiel ecosysteem dat niet langer wezenlijk verandert.  De verhouding schimmels en bacteriën is gestegen tot 1000/1. De eindfase in successie is bereikt. Men noemt dit climaxvegetatie. Hoe de levensgemeenschap er in de climaxvegetatie er uitziet is afhankelijk van de lokaal geldende omgevingsfactoren. Bodemgesteldheid, gemiddelde jaarlijkse hoeveelheden neerslag, temperatuur of de hoeveelheid zon zorgt ervoor dat in verschillende klimaatzones de climaxvegetatie er anders uitziet. Het eindproductie van de successie kan dus een loofbos zijn, maar ook een toendra met maar wat lage begroeiing van mossen of een woestijn met hier en daar een cactus. De periode tussen struweelvegetatie en bosvegetatie kan wel honderden jaren duren. 

     

     

    De verschillen tussen het pioniersecosysteem en het climaxecosysteem.

    • Er is een verschil in het voedselweb. Bij een pioniersecosysteem heb je een eenvoudig voedselweb en bij een climaxecosysteem heb je een ingewikkeld voedselweb.
    • In een pioniersecosysteem heb je veel individuen van weinig verschillende soorten. Je hebt dus veel helmgras aan zee en weinig andere begroeiing. In de tropen heb je weinig individuen van zeer veel verschillende soorten.
    • In een pioniersecosysteem heb je weinig gelaagdheid, alle begroeiing is ongeveer even hoog, terwijl in een climaxecosysteem er vele lagen zijn, denk aan bomen, struiken, plantjes, grassen en mossen.
    • In een pioniersecosysteem heb je extreme verschillen in omgevingsfactoren, er is of veel wind of weinig, het is snel heet of koud. De dieren die er leven hebben een groot tolerantiegebied, dat wil zeggen dat ze tegen extreme levensomstandigheden kunnen. Bij een climaxecosysteem heb je minimale verschillen in abiotische factoren, de temperatuur is heel constant, er valt ongeveer evenveel regen. De dieren die er leven hebben een klein tolerantiegebied, ze kunnen niet goed tegen veranderingen in het milieu.
    • In een pioniersecosysteem is een kleine biomassa aanwezig, terwijl een climaxecosysteem een gigantische biomassa heeft.
    • In een pioniersecosysteem heb je open kringlopen en in een climaxecosysteem gaan juist geen stoffen verloren en heb je een gesloten kringloop.
    • In een pioniersecosysteem zijn de populatiegrootten veranderlijk of onstabiel terwijl deze in een climaxecosysteem juist rond een evenwicht hangen en stabiel zijn.

     

    Tegengaan van successie

    Successie is een natuurlijk, moeilijk te stoppen proces. Als we de natuur en dus de successie in Nederland zijn gang laten gaan zal heel Nederland veranderen in een loofbos. Voor natuurbeheerders en ecologen is dat een slecht scenario, omdat dat ten koste gaat van de biodiversiteit in Nederland. Op vele plekken in Nederland wordt de successie een halt toegeroepen om diversiteit aan ecosystemen  te behouden. Het beheer komt altijd neer op twee hoofdpunten: verwijderen van opgroeiende bomen en struiken en het verarmen van de bodem.

     

    Verwijderen van vegetatie

    Om te voorkomen dat in open gebieden bomen gaan groeien kunnen natuurbeheersers grote grazers inzetten. Deze grote grazers verwijderen kiemplanten (opschot) van bomen en struiken. Op deze manier blijft het gebied open, en zal er geen bos ontstaan. In gebieden die al bebost zijn kunnen bomen mechanisch worden verwijderd. Deze laatste manier van beheer is altijd moeilijk aan wandelend publiek uit te leggen: weghalen van bomen, om de natuur te behouden lijkt een enorme paradox. De open plekken kunnen opnieuw gekoloniseerd worden met kruidachtige planten.

     

    Verwijderen van mineralen uit de bodem

    Stikstof- en fosfordepositie vanuit industrie en verkeer zorgt ervoor dat bodems voedselrijker worden dan wenselijk. Veel zeldzame en bijzondere soorten groeien op voedselarme bodems. Het verwijderen van mineralen uit de bodem is veel ingewikkelder dan het verwijderen van vegetatie. Door de voedselrijke toplaag af te graven en af te voeren kunnen bodems voedselarmer worden gemaakt. Het verwijderen van dood organisch plantaardig afval draagt ook bij aan het  voedselarm maken of houden van bodems.

     


     

    Bron: 

    Biologielessen.nl

    Velt

    Wikipedia 


     

     

     

  • Zevenblad

    Onkruiden

     

    Wat is onkruid

    Onkruid is een plantje dat groeit op een plaats waar je zelf niets geplant hebt. Soms zijn ze onbekend en meestal ongewenst. Toch spelen onkruiden een grote rol in het natuurlijk evenwicht van de bodem. Onkruiden zijn vaak bestand tegen omstandigheden waar cultuurgewassen niet tegen kunnen, zoals droogte, een hoge zuurgraad, een tekort aan humus en  mineralen of bij minerale eenzijdigheid.

     

    Nut van onkruid

    In een ecologische tuin is er ruimte voor onkruid. Sommige onkruiden zijn heel nuttig, functioneel, eetbaar of zijn gewoon heel mooi.

     

    Voordelen van onkruid

    • Indicator - signaalplant
    • Zij zijn in staat om het evenwicht in de bodem te herstellen
    • Bovenhalen van sporenelementen
    • Ze vullen tekorten aan of ze voeren juist overschotten af
    • Onkruiden kunnen andere planten ondersteunen
    • Onkruid wat ingezet kan worden om ander onkruid te bestrijden in de vorm van gier
    • Onkruidgroei bevordert de werking van bodembacteriën, schimmels en andere organismen
    • Waardevol compostmateriaal
    • Kan als groenbemester gebruikt worden
    • Nuttige insecten aanmoedigen, waard- of drachtplant
    • Sierwaarde
    • Kan  als verfstof gebruikt worden
    • Onkruid waar papier van kan worden gemaakt
    • Zij kunnen ook een geneeskrachtige werking hebben voor zowel de bodem als voor de mens
    • Sommige soorten zijn eetbaar

     

    Nadelen van onkruid 

    • De  meeste  onkruiden  groeien snel en overwoekeren het cultuurgewas
    • Onkruiden nemen voedingsstoffen en water van het cultuurgewas weg
    • Ziekten en plagen kunnen overgaan op het cultuurgewas. 
    • Onkruid is in een vroeg stadia moeilijk te onderscheiden van het cultuurgewas

     

    Waarom wil je dan toch het onkruid bestrijden en hoe doe je dat

    Onkruid neemt het voedsel van de planten weg die je wilt behouden en zal ook de plaats en het licht er van innemen. Onkruid kan giftig zijn voor mens en dier.

     

    Hoe doe je dat

    • Chemische bestrijdingsmiddelen zijn niet toegestaan 
    • Wekelijks schoffelen, wieden en onkruid uittrekken
    • Niet spitten
    • De kale bodem afdekken met een bodembedekker of groenbemester
    • Mulchen met een organisch materiaal zoals ,stro, zaagsel, grasmaaisel, schors, cacaodoppen, houtsnippers of afdekken met karton of antiworteldoek
    • Laat planten niet in het zaad komen, knip de bloemen er op tijd af.
    • Wegbranden door verhitting op verharde ondergrond. Hierdoor zullen de celwanden van de bovengrondse plantdelen barsten waardoor de plant uitdroogt, de wortel blijft intact. Meerdere malen herhalen zal de plant uitputten en verdwijnen
    • Heet water over de plant gieten

     

    Huismiddelen

    Gebruik geen huismiddelen zoals:

    • Azijn
    • Zout
    • Chloor

    Deze verpesten de bodem en het grondwater.

     

    Indicatorplanten 

    Indicatorplanten worden ook wel signaal- of wijzerplanten genoemd en vallen onder de onkruiden.

     

    Indicatorplanten zijn wilde planten met een missie, zij hebben ons wat  te vertellen en geven een boodschap aan ons door vooral wanneer van hetzelfde onkruid een groot aantal aanwezig is in de tuin of in het gazon. Zij kunnen ons wat vertellen over de omgeving, milieu en de bodem.

    Voor veel mensen zal onkruid, gewoon onkruid zijn. Maar wanneer men begrijpt waarom sommige onkruiden in grote hoeveelheden plotsklaps verschijnen dan kan je deze wellicht gaan waarderen.

     

    Wat kunnen indicator planten ons vertellen 

    • Signaleren
    • Geven aan hoe het is gesteld met de samenstelling van je bodem
    • Zij vertellen iets over het stikstofgehalte, vruchtbaarheid, waterhuishouding, droogte
    • Zij kunnen je een indicatie geven over de grondstructuur of verstoring hiervan
    • Ook kunnen zij wat zeggen over de zuurtegraad van de grond

     

     

    Tabel bodem en onkruidsoorten 

    Harde gronden: machines,klei,

    slechte vruchtwisseling

    Bewerkte gronden:

    door de mens

    Slecht gedraineerde gronden:

    te nat

    Droge gronden:

    laag pH, weinig humus

    Zure gronden: laag pH

    Kalkarme gronden:

    laag pH, zandgrond

    Alkalische gronden: hoog pH en hoog Kaliumgehalte

    Herik

    Ganzenvoet Varkensgras

    Mosterd

    Veldzuring

    Klaver

    Heemst

    Nachtschade  Vogelmuur Winde Ganzerik

    Ganzerik

    Vingerhoedskruid Ganzevoet
    Winde Paardebloem Nagelkruid Guldenroede  Heermoes Witte Toorts Knoopkruid
    Kamille Boterbloem Koekoeksbloem Anjersoorten  Havikskruid  Brem Papaver 
      Brandnetel St. Jacobskruid Honingklaver   Knoopkruid     
      Varkensgras Guldenroede  Korenbloemen Korenbloem     
      Ereprijs Astersoorten Ereprijs      
      Kaasjeskruid Zilverschoon Wolfsmelk