• Groenbemesters



    Gele mosterd

    Een biologische manier om uw gewassen te bemesten is door middel van groenbemesting. Groenbemesting gebruik je met name om de structuur van de grond te verbeteren. Groenbemesters zijn onder te verdelen in verschillende categorieën namelijk:

     

    • Vlinderbloemigen
    • Grassen
    • Kruisbloemigen
    • Overige planten

     

    De voordelen van groenbemesters zijn per soort verschillend. De ene soort is geschikt als bodembedekker, terwijl de andere soort beter geschikt is voor levering van organisch stof of voor levering van stikstof. 

    Groenbemesting kun je toepassen in de nazomer of het vroege najaar afhankelijk van de soort en het doel wat u wilt bereiken.

     

    Functie van groenbemesters

    • Het voorkomen van verlies van mineralen door uitspoeling
    • Het op peil houden van het organische stofgehalte
    • De vlinderbloemige gewassen zorgen voor extra stikstof aan de bodem
    • Het bevorderen van het bodemleven en de bodemstructuur. Diep wortelende groenbemesters zoals luzerne en lupine zorgen voor losse grond en een goede afwatering

     

    Groenbemesters wel of niet onderspitten

    Vaak wordt geadviseerd om de groenbemester onder te spitten. Door gebrek aan zuurstof in de bodem gaan de groene plantdelen verrotten en/of verzuren. Dit komt de bodemvruchtbaarheid niet ten goede. 

    Wij adviseren u om de groenbemesters niet onder te spitten, maar deze af te schoffelen en in de compostbak te deponeren. Hier kan onder invloed van diverse organismen de groenbemesters vercomposteren, waardoor voedingsstoffen vrijkomen. De goed verteerde groencompost kunt u dan weer voor uw gewassen gebruiken. 
     

    Bij winterharde groenbemesters dient u het resterende plantgedeelte met de schop om te keren.

     

  • Soorten groenbemesters 

    • De vlinderbloemige gewassen, waarvan klavers een belangrijke groep vormen zorgen voor extra stikstof aan de bodem
    • Grassen en kruisbloemigen bezitten deze eigenschap niet
    • Winterrogge is een winterhard gewas en is geschikt voor het vroege najaar
    • Ook de Japanse haver is geschikt voor het vroege najaar

     

     

    Phacelia

    Phacelia 

    Phacelia behoord tot de Ruwharigefamilie (voorheen tot de boslieffamilie). Een uitstekende groenbemester en een bijenplant. Phacelia zaaien is mogelijk van maart tot half augustus, op rijen met een afstand van 35 à 50 cm, In augustus de plant tot 20 cm inkorten. Hoogte ongeveer 70 cm. Niet winterhard. 
    Phacellia is breed toepasbaar in het teeltplan.


     



     

     

    Boekweit

    Boekweit

    Boekweit behoord tot de Duizendknoopfamilie en is een snelgroeiend en uitstekende bijenplant. Hoogte ruim 100 cm hoog. Boekweit vraagt een zonnige standplaats en een arme, liefst wat zurige grond. Zaaien half mei wegens de gevoeligheid voor nachtvorst. Rij afstand 35 cm. Oogsten eind augustus tot september. Wanneer het eerste zaad op de grond valt, het hele gewas afsnijden en nadrogen. Boekweit is breed toepasbaar in het teeltplan.


     

     


     


     

    Blauwe Lupine

    Blauwe Lupine 

    Lupine behoord tot de Vlinderbloemigenfamilie. Het is snelgroeiend eenjarige soort en niet te verwarren met de tuin lupine welke een vaste plant is. Blauwe lupine wordt vooral toegepast als groenbemester en bodemverbeteraar en voor het toevoegen van extra stikstof aan de bodem. Zaaien vanaf april tot juli. Hoogte ongeveer 80 cm. Niet winterhard. 50 gram voor 5 m2. Blauwe lupine hoort in het teeltplan thuis in vak voor peulgewassen. 


     


     

     

     

        Incarnaatklaver 

    Incarnaatklaver

    Incarnaatklaver behoord tot de Vlinderbloemigenfamilie. Dit is een zachte en behaarde klaver met 4 cm lange, donkerrode bloempluimen. Incarnaatklaver is een prima groenbemester. Geschikt voor natuurlijke tuinen en als bijen- hommelplant. Hoogte 30 cm. Bloeitijd juli-augustus. Plantafstand 15 cm. Incarnaatklaver hoort bij het teeltplan thuis in vak voor peulgewassen. 


     


     

     


     

    Gele mosterd

    Gele mosterd

    Gele mosterd behoord tot de Kruisbloemigenfamilie. Dit is een snelgroeiende eenjarige plant. Hoogte ruim 1 meter. Kan tot oktober worden gezaaid. Rij afstand: 35 cm. De oogst is dan in september. Niet winterhard. Gele mosterd hoort bij het teeltplan thuis in het koolvak.


     


     

     

     


    Winterrogge

    Winterrogge behoord tot de Grassenfamilie. Het is een zeer geschikte groenbemester die van augustus tot oktober laat gezaaid kan worden. Winterrogge kan goed tegen vorst en geeft een snelle en goede grondbedekking met zeer goede doorworteling. De groenbemester houdt de bodem bedekt gedurende de winter, is effectief tegen erosie en doeltreffend in het vastleggen van stuifgevoelige grond.

    Na de winter het gewas verwijderen en in de compostbak verwerken. Hoogte: 20-40 cm. Ziekte en plagen: Weinig ziekte- en plaaggevoelig. Grondsoorten: Geschikt voor alle grondsoorten, maar heeft moeite met natte en slempgevoelige percelen. Zaaidiepte: 2-3 cm. Winter rogge is breed toepasbaar in het teeltplan.


     

    Japanse Haver 
    Japanse haver behoord tot de Grassenfamilie. Het is een uitstekende groenbemester. Het komt zeer snel op, maakt veel gewas en is daardoor sterk tegen onkruid. De planten wortelen erg diep, zijn weinig structuurgevoelig en dragen bij aan een evenwichtig bodemleven. Deze groenbemester is tevens geschikt om aaltjes te bestrijden.

    Nachtvorst: het gewas vriest af bij strenge vorst. Wanneer dit niet gebeurd dan moet u het loof afschoffelen en op de compostbak deponeren en de wortels losmaken en onderspitten. Zaaitijd: April-september. Japanse haver is breed toepasbaar in het teeltplan. 

     

  • Boekweit

    Wat wil je bereiken

     

    Er zijn 3 soorten groenbemesters

    • Planten die stikstof kunnen vasthouden: voor meer vruchten aan je planten
    • Planten die veel bladeren maken: voor meer organisch materiaal in de bodem en voor meer wormen
    • Planten die diepe wortels maken: om zware grond losser te maken

     

    Wat wil je bereiken

    • Voor stikstof: peulvruchten, klaver en lupine
    • Voor meer organisch materiaal aan de bodem toe te voegen: mosterdblad, phacelia en boekweit, Japanse haver
    • Voor losse grond: winterrogge
    • Om onkruid tegen te gaan: gele mosterd
    • Voor bijenvoer: phacelia, incarnaatklaver en boekweit

     

     

    Wanneer zaaien

    • Boekweit zaai je alleen in het voorjaar
    • Blauwe lupine kan niet later dan juli gezaaid worden, omdat het risico op een misoogst dan groter wordt
    • Phacelia kun je zaaien tot en met augustus
    • Incarnaatklaver en Japanse haver kun je zaaien tot en met september
    • Gele mosterd en winterrogge zaai je van augustus tot en met oktober