• Nitraat en voeding



    Volgens inzichten van de Gezondheidsraad (Richtlijnen Goede Voeding, verschenen op 4 november 2015). 

    Nitraat is een stof die van nature voorkomt in groenten en, in mindere mate, in grondwater. Daarnaast worden nitraat en nitriet soms aan levensmiddelen toegevoegd om de houdbaarheid te verbeteren of voor kleurvorming.

    Nitraat en het daaruit gevormde nitriet is lang als een toxische stof beschouwd. Recent onderzoek laat zien dat, bij consumptie van nitraatrijke groente, de risico’s voor de gezondheid echter verwaarloosbaar klein zijn. Dat geldt ook voor de combinatie nitraatrijke groente en vis. Er gelden daarom geen beperkende adviezen voor de consumptie van nitraatrijke groente.

     

    Omschrijving

    Groenten en drink water zijn belangrijke bronnen van nitraat. Het gaat vooral om bladgroente zoals sla en spinazie. Van alle nitraat die consumenten binnenkrijgen, komt 50 tot 85% van de nitraat uit groente. In Nederland is 7 tot 9% van de nitraatinname afkomstig uit drinkwater.

    Het nitraatgehalte in groente wordt mede bepaald door het ras en kan stijgen door gebruik van een grote hoeveelheid (kunst)mest of weinig zonlicht tijdens de groei. Zomergroenten bevatten minder nitraat dan wintergroenten.

    Het nitraatgehalte in planten is het hoogst in de stengel, bladsteel en bladnerven. Het nitraatgehalte is lager in het bladmoes en zeer laag in vruchten en bloemen. Dit verklaart de hogere nitraatgehaltes in bladgroenten, vergeleken met andere groentesoorten.

     

    Nitraatrijke groenten    Nitraatarme groenten
    Andijvie Raapstelen    Asperges Komkommer Sperziebonen
    Bietjes, rode Sla, alle soorten    Aubergine Rode kool Spruiten
    Bleekselderij Snijbiet    Bloemkool Koolraap Tomaten
    Chinese Kool Spinazie    Broccoli Paprika Tuinbonen
    Koolrabi Spitskool    Doperwten Prei Uien
    Paksoi Venkel    Knolselderij Schorseneren Witlof
    Postelein Waterkers    Witte/savooie kool Snijbonen Wortelen

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Veiligheid

    Nitraat en het daaruit gevormde nitriet is lang als een toxische stof beschouwd. De consumptie van nitraat zelf is niet gevaarlijk voor de gezondheid, maar nitraat kan in het lichaam omgezet worden in nitriet en onder bepaalde omstandigheden in waarschijnlijk kankerverwekkende nitrosamines.

     

    Nitraat, nitriet, nitrosamines

    Sinds de jaren 80 van de vorige eeuw is bekend dat nitraat in het lichaam van de mens kan worden omgezet in nitriet. Het lichaam neemt alle nitraat uit voeding op. Ongeveer 25% van het opgenomen nitraat uit voeding of drinkwater komt via het plasma in speeksel terecht; de rest wordt uitgescheiden in de urine. Ongeveer 20% van het nitraat in speeksel, dat is 4 tot 8% van het ingenomen nitraat, wordt in de mondholte door bacteriën omgezet in nitriet.

    In combinatie met eiwitten uit voeding kunnen uit nitriet nitrosamines worden gevormd. Dit proces vindt plaats in het zure milieu van de maag of in de dikke darm. Nitrosamines (N-nitrosoverbindingen) zijn door het door International Agency for Research on Cancer (IARC) ingedeeld als ‘waarschijnlijk kankerverwekkend voor de mens’ (Groep 2A).

    Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid ( EFSA) heeft echter geconcludeerd dat het onwaarschijnlijk is dat de blootstelling aan nitraat via groenten zal leiden tot gezondheidsrisico’s. Daarnaast heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) geconcludeerd dat er geen acuut en langetermijnrisico op kanker optreedt bij het eten van nitraatrijke groente in combinatie met vis. Er gelden daarom geen beperkende adviezen voor de consumptie van nitraatrijke groente of de combinatie met vis.

     

     

     

     

  • Nitraatnormen EU

    Nitraat en nitriet kunnen, gemengd met keuken zout of kaliumzout, als additief worden toegevoegd aan onder andere halfharde en harde kaassoorten. Bovendien voegen fabrikanten het toe aan bereide vleeswaren om de houdbaarheid ervan te vergroten of voor kleur- en aromavorming. Toegestaan zijn de e-nummers E249 (kaliumnitriet), E250 (natriumnitriet), E251 (natriumnitraat) of E252 (kaliumnitraat). Hierbij gelden maximale concentraties die tijdens de vervaardiging mogen worden toegevoegd aan bepaalde producten van 100 tot 500 mg/kg en maximale restgehalten die variëren van 10 tot 250 mg/kg product (2006/52/EC). Deze maximum hoeveelheid ligt ver onder de nitraatgehaltes in groenten, die tot maximaal 4500 mg/kg mogen bevatten. Nitriet beschermt vooral tegen de bacterie Clostridium botulinum, dat een ziekmakende gifstof produceert.

    Voor drinkwater geldt een Europese norm van 50 mg nitraat per liter water.

     

    Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI)

    De aanvaardbare dagelijkse inname van nitraat is gesteld op 3,7 milligram per kilogram lichaamsgewicht. Dat staat gelijk aan 259 mg nitraat per dag voor een volwassene van 70 kilo. Voor nitriet heeft het Scientific Comittee for Food (SCF, de voorloper van de EFSA) een ADI van 0,06 mg/kg lichaamsgewicht vastgesteld. Dat staat gelijk aan 4,2 mg nitriet per dag voor een volwassene van 70 kilo.

  • Gezondheidseffecten

    Er gelden 2 adviezen om nitraatinname te beperken: 

    • Maak geen flesvoeding (voor baby’s) van water uit privébronnen.
    • Gebruik nitraatrijke sportsupplementen als bietensap (concentraten) niet op dagelijkse basis.

     

    Baby's en babyvoeding

    Baby’s jonger dan 6 maanden hebben een lage maagzuurproductie waardoor ze op basis van het voedsel meer nitriet vormen in hun lichaam. Ook bindt nitriet bij baby’s beter aan eiwitten die voor zuurstoftransport zorgen. Het gevolg kan een zuurstoftekort zijn.

    Voor diepvriesgroenten en potjes babyvoeding wordt meestal gekozen voor nitraatarme rassen. Voor het invriezen wordt spinazie snel geblancheerd en vervolgens gekoeld. Dit proces leidt tot minimale of geen nitrietvorming.

     

    Baby's flesvoeding

    Voor baby’s tot 6 maanden geldt een veilige hoeveelheid van maximaal 25 milligram nitraat per liter water. Op flessen mineraalwater staat het nitraatgehalte vermeld op het etiket. Voor bronwater dat in flessen verkocht wordt, geldt een richtlijn van maximaal 45 milligram nitraat per liter. In de praktijk bevat dit bronwater meestal veel minder nitraat.

    Water uit privé-bronnen kan door bemesting van omliggende velden hogere concentraties nitraat bevatten. Gebruik water uit privé-bronnen niet in flesvoeding voor baby’s. Het water kan door bemesting van omliggende velden hogere concentraties nitraat bevatten. Ouders wordt geadviseerd om voor flesvoeding leidingwater of mineraalwater zonder koolzuur te gebruiken. Dit soort water heeft altijd een laag nitraatgehalte.

     

    Bietensap(concentraat)

    Een nieuwe trend onder veelal sporters is het drinken van nitraatrijk rode bietensap of concentraten daarvan. Zij drinken dit omdat ze verwachten door de hoge nitraatinname betere (duur)prestaties te krijgen.

    Voor nitraatrijke supplementen zijn geen gezondheidsclaims goedgekeurd. Als het gaat om de waardering van gezondheidseffecten van voeding en voedingssuplementen volgt het Voedingscentrum de beoordelingen van gezondheidsclaims van EFSA. In Europa geldt de gezondheidsclaimsverordening (1924/2006/EG). Die stelt dat er alleen gezondheidsclaims mogen worden gebruikt, indien er voldoende wetenschappelijke onderbouwing voor is. Hier vallen ook ‘sportclaims’ onder. De wetenschappelijke dossiers worden door EFSA getoetst en bij goedkeuring mogen de producten de gezondheidsclaims vermelden.

    Bietensappen en concentraten daarvan zijn niet meegenomen in de EFSA-veiligheidsevaluatie van nitraat in groente. Aangezien de inname van nitraat door bietensap bovenop de dagelijkse inname van nitraat via andere bronnen komt, zullen vaker ADI-overschrijdingen voorkomen. Bovendien is het onbekend of hogere nitraatinnames ook nitrosaminevorming toe zal doen nemen in het lichaam.

    Bij onzekerheden over voedselveiligheid gaat het Voedingscentrum uit van het voorzorgsprincipe. Sporters wordt aangeraden terughoudend te zijn met nitraatrijke sportsupplementen en deze niet op dagelijkse basis te gebruiken. Hiermee kunnen ADI-overschrijdingen over langdurige periodes worden voorkomen.

     

    Bron: Voedingscentrum.nl