Meloen - Suikermeloen

De suikermeloen (Galia meloen) is al duizenden jaren bekend in India en Egypte. 
 

De Grieken en Romeinen kenden de meloen al. In de 15e eeuw bracht Karel VIII de meloen mee uit Italië. Ook Hendrik IV was dol op meloenen. Onder Lodewijk XIV kweekte la Quintinie, de landbouwkundige van dienst, meloenen in de koninklijke groentetuin en bracht hij tal van verbeteringen aan.

Meloen is een oud cultuurgewas waarin in de loop van de tijd veel is veredeld. Hierdoor is er een grote variatie ontstaan.

Niet leverbaar.

Zaaien

Eind maart - begin april

• Zaai de zaden in potjes in een goede zaai - stekgrond
• Zaai de zaden ongeveer 1 cm diep, maak de aarde vochtig met een plantenspuit en dek af met een  dun laagje wit zand
• Span er huishoudfolie overheen en prik er wat gaatjes in of gebruik magnetronfolie en zet vast met een elastiekje
• Meloenzaden vragen een hoge kiemtemperatuur van 22-25 graden
• Wanneer de zaailingen opkomen kan de folie verwijderd worden
• Wanneer na de kiemblaadjes (zaadlobben) de echte blaadjes verschijnen, dan kan je gaan verpotten en verder opkweken bij 20 graden
• Na het 4e - 5e blad de kop uit de plant knijpen
• Dan ontstaan er ranken hiervan laat je de bovenste twee doorgroeien, de andere knip je weg

Uitplanten

• Maak een tunnel van plastic bogen en span hierover gaatjes plastic (Flodderfolie), gebruik een koude bak of kas
• Afstand  tussen de rij 1,20 m  - 1,50 m en in de rij  75 cm.
• Op de bodem een mulchlaag aanbrengen
• De bodemtemperatuur dient minimaal 12 graden te zijn
• Je kan meloenen staand of liggend kweken
• In een tunnel of  koude bak zal dat liggend zijn. In de hobbykas worden de ranken langs een touw omhoog geleid
• De kas goed luchten

Bemestingsplan zandgrond

Wij gaan er van uit dat er tussen november en maart een basisbemesting heeft plaatsgevonden. (Zie voor uitleg in de paarse balk bij item ecologisch tuinieren-bodem-bemestingsplan)

Geef in mei bij aanplant 1 gift Innogreen Eco Groei 8-3-8+ 2MgO  of Monterra Malt 4,5-2,5- 8 van 12,5 gram per plant. En nogmaals een tweede gift van 12,5 gram in augustus. 
 

Meloenen vragen veel water. Wortels van meloen soorten zijn nogal gevoelig voor kou en nattigheid, dus geef de planten geen koud water. Meloenen zijn gevoelig voor bodemschimmels.

Bevruchting
Zonder bestuiving kunnen geen vruchten gevormd worden. Om de bijen de gelegenheid te geven het gewas te bezoeken moet je zoveel mogelijk de luchtramen openzetten. We onderscheiden mannelijke en vrouwelijke bloemen:

• De mannelijke bloemen staan in groepjes van 3 tot 4 bijeen
• De vrouwelijke bloemen staan elk afzonderlijk en zijn goed herkenbaar aan het eivormige vruchtbeginsel onderaan de bloem
• Zet de ramen van de kas open zodat er insecten in de hobbykas kunnen komen, om voor de bevruchting te zorgen

Snoeien
Naast bemesten is de snoei de belangrijkste teeltmaatregel. Meloenen dragen ALLEEN vruchten aan de zijscheuten.

• De hoofdscheut wordt getopt na het 4e-5e blad
• De daaruit ontwikkelende zijscheuten van de 2e orde worden ongeveer na het 6e blad getopt
• Je moet niet meer dan 4 tot 6 vruchten per plant laten zitten

Staande teelt
Meloenen worden meestal staand gekweekt, je kan ze leiden aan draad, stok of vlechtwerk:

Liggende teelt

• De planten worden getopt na het 4e -5e blad
• Je behoudt 4 zijscheuten die je verdeelt over de beschikbare ruimte; van deze scheuten behoud je alle zijscheutjes en topt ze op 2 leden
• Bij liggende teelt de hoofdranken niet langer dan 70 cm laten worden
• Laat niet meer dan 4 tot 6 vruchten per plant zitten
• Vruchten in de liggende teelt worden zo snel mogelijk op een schoteltje, glasplaat of omgekeerd bloempotje gelegd om rotten te voorkomen

Oogsten
Meloenen moeten aan de plant rijpen. De meloen is oogstbaar als er een scheurtje ontstaat op de plaats waar de meloen vastzit. Oogsten doe je door de vrucht op de hand te leggen en eventjes naar links en naar rechts te draaien, zonder te trekken. Een rijpe vrucht laat dan makkelijk los. een rijpe meloen is herkenbaar aan de verkleuring van de vrucht en vooral aan de steeds sterker wordende geur. Rijpe vruchten laten zich aan de onderkant licht indrukken. Meloenen die in de herfst nog niet rijp zijn, kunnen net als tomaten in het huis narijpen. Het vruchtvlees wordt dan wel zachter, maar niet zoeter.

Botrytis - Grauwe schimmel

Botrytis is een wondparasiet. Kenmerkend is het wit-grijze schimmelpluis op de rottende vruchten aan de plant. . Lees meer

Meeldauw - Valse

Valse Meeldauw De aantasting is te herkennen aan het witte schimmelpluis aan de onderkant van het blad. Aan de bovenkant van het blad zie je onregelmatige geelgroene tot purperrode vlekken. De aangetaste bladeren vallen af. Valse meeldauw komt voor op o.a: sla en komkommer.. Lees meer

Slakken

Slakken vormen een grote overlast, ze vreten aan bladeren en zachte delen van vele soorten planten. Vooral voor jonge kiemplanten hebben zij een voorkeur. Maar ook de uitgegroeide gewassen worden niet ontzien.. Lees meer

Spint

Spint leeft aan de onderkant van vooral oudere bladeren. . Lees meer