• Aardappel



    Aardappelplant

    De aardappel is een plant die ondergronds knollen maakt met een energievoorraad in de vorm van zetmeel. Het zetmeel wordt bewaard in voor de mens eetbare knollen.
     

    De aardappel is wereldwijd het belangrijkste voedselgewas na rijst, tarwe en mais.
     

    De aardappel komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, maar is in veel Europese landen sinds de 16e eeuw een van de basisvoedingsmiddelen.
     


    Niet leverbaar.

     

     

  • Basis gegevens
  • Kiemmethode
     

    Bewaren en voorkiemen

    • Na ontvangst van de pootaardappelen is het raadzaam om deze in lege eierdoosjes op een koele, niet te donkere, vorstvrije plaats te bewaren
    • Om de oogst te vervroegen en zo de gevreesde aardappelziekte Phytophthora een stap voor te blijven kunt u de aardappelen voorkiemen
    • Breng de aardappelen vier weken voor het poten op kamertemperatuur, en zet ze in het licht maar niet rechtstreeks in de zon. De wit - paarse uitlopers die dan ontstaan zijn erg kwetsbaar, dus ga voorzichtig te werk zodat deze met poten niet afbreken
    • Voordeel van voorkiemen is, dat je wat later in een warmere grond kunt poten,  zodat de aardappel in één keer door kan groeien


     

    Pootperiode

    De pootperiode is afhankelijk van de weersomstandigheden en de geografische ligging van u woonplaats. 


    Frieslander: Vroege aardappel: begin april

    Twinner:      Vroege aardappel: begin april

    Connect:     Midden/ laat aardappel: half tot eind april

    Allouette:    Midden/ laat aardappel: half tot eind april

     

     

    Bemestingsplan zandgrond

    Wij gaan er van uit dat er tussen november en maart een basisbemesting heeft plaatsgevonden. (Zie voor uitleg in de paarse balk bij item ecologisch tuinieren-bodem-bemestingsplan)


    Vroeg ras begin april
    Bodem vooraf goed loswerken. Direct na het poten kunt u per 5m2 de volgende bemesting toepassen.
    100 gram Innogreen Eco Groei (8-3-8 -2MgO) of Monterra malt 4,4-2,5-8 

    Kaliumgift direct bij poten: Vinassekali 300 gram per 5 m2. Of wanneer u liever patentkali gebruikt dan 200 gram pas in half mei. 


    Midden en Laat ras rond eind april

    Bodem vooraf goed loswerken. Direct na het poten kunt u per 5m2 de volgende bemesting toepassen.

    Geen voedingskorrel.

    Kaliumgift: Let wel op dat je vinassekali en patentkali in een verschillende periode geeft omdat vinasse langzaamwerkend is en patentkali snelwerkend is.

    Vinassekali geef je half mei 300 gram in een gift. Wil je liever patentkali geven dan geef je deze in twee giften nl: half mei 100 gram en  half augustus nogmaals 100 gram. 

     

     

    Plantdiepte en regelafstand

    Een handigheidje is om een bollenplanter te gebruiken.

    Bij de maat 35/55 poot je de aardappelen 20 cm diep. Afstand tussen de rij 40 cm in de rij 70 cm tussen de rij.
    Bij de maat 28/35 cm poot je de aardappelen 15 cm diep. Afstand in de rij 30 cm en tussen de rij 60 cm.

     

     

    Aanaarden
    Wanneer de aardappel bijna boven de grond is gekomen moeten ze ‘aangeaard’ worden. Dit betekent een bergje grond op de aardappelen schuiven waardoor zogenaamde ruggen ontstaan. Dit aanaarden kan men na 14 dagen herhalen om voldoende grond op de rug te krijgen, om zo het eventueel groen worden van de knol te voorkomen.

    Wanneer u  aardappelen teelt op zandgrond, kunt u ook gewoon een vlak bed gebruiken zonder ruggen. Zo kan de wind goed tussen de planten door waaien, zodat de plant beter kan drogen en er minder last van phytophthora kan ontstaan. Maar het is maar net waar je voorkeur naar uit gaat. De een zweert bij de telen op ruggen terwijl een ander liever vlak teelt.

     

     

    De groeiperiode
    Vooral in het begin van de groeiperiode moet de grond tamelijk vochtig zijn. Tijdens de groeiperiode is er kans op phytophthora. Dit is een hardnekkige schimmelziekte, te herkennen aan bruinzwarte vlekken op het blad. Phytophthora ontstaat tijdens natte regenachtige periodes. Tijdens droog en warm weer droogt de schimmel op maar hij verdwijnt niet waardoor hij later weer de kop op kan steken.

     

     

    Oogsten

    Het tijdstip van rooien is van verschillende omstandigheden afhankelijk.

     

    • Het begint bij het poten in de juiste periode. Dis is belangrijk. Houd hierbij ook rekening met de weersomstandigheden.
    •   Het aantal groeidagen. Dit is een indicatie en is afhankelijk van de weersomstandigheden gedurende het groeiseizoen. 
    • Kijk hoe de de plant eruit ziet. Zijn de bladeren geel dan is de plant aan het afsterven wacht dan nog  tot de stengels verdort zijn. Oogsten wanneer de bladeren nog groen zijn verhoogd de kans dat de schil beschadigd raakt. Hierdoor is de knol vatbaarder voor ziekten en droogt de knol sneller uit.
    • Test hoe de aardappelen eruit zien. Trek een bosje eruit, zijn de aardappelen nog klein, laat dan nog even zitten mits de weersomstandigheden het toelaten.
    • Bedenk dat de maat van de pootaardappel bepalend is voor de maat en de hoeveelheid van de te rooien aardappelen. Kleine maat pootaardappelen hebben immers minder voedselvoorraad en geven kleinere aardappelen en hebben over het het algemeen een lagere opbrengst. 

     

     

    Indicatie oogstperiode

    • De oogstperiode bij vroege aardappelen zoals Frieslander ligt gemiddeld op 90 dagen na het poten. Ondanks dat de Twinner en Twister een vroege aardappel is ligt de oogstperiode wat later als de Frieslander. 
    • De oogstperiode voor middenlaat/ laat zoals Connect en Alouette ligt gemiddeld tussen de 110 - 150 dagen na het poten. 


    Laat pas gerooide aardappelen nog één à twee weken liggen om na te laten rijpen alvorens men ze gaat eten, dit komt de smaak ten goede.

    Bedenk ook dat aardappelloof niet op de compostbak thuis hoort.

     

     

    Bewaren 
    De aardappelen koel en droog opslaan bij een temperatuur van 5 tot 7 graden Celsius. Om spruitvorming te voorkomen kun je enkele uien tussen de aardappelen bewaren. Deze scheiden namelijk een gas af, wat de kan op spruitvorming vermindert.

                            

     

    Phytophthora

     Phytophthora 

    Actieve phytophthora sporen zijn te herkennen aan wit schimmelpluis op de randen van het blad, aan de onderkant.  Die vooral onder vochtige omstandigheden goed te zien zijn. Als er behoorlijke phytophthora aantasting in het loof komt, dan moet worden voorkomen dat de phytophthora sporen naar de knollen toe spoelen tijdens bijvoorbeeld een flinke regenbui.Verwijder dan het loof. 

    Gelukkig is er een oplossing gekomen, door de komst van nieuwe rassen, welke redelijk resistent zijn tegen deze schimmel ziekte.

     

    Oogsten bij Phytophthora 

    Als er sprake is van aantasting van phytophthora vlak voor de oogstperiode en het loof is nog niet afgestorven, dan het loof 10 cm boven de grond afknippen en afvoeren (niet op de compostbak). Laat de aardappelen nog 14 dagen in de grond zitten. Zo wordt de schil harder en wordt extra uitdroging en beschadiging voorkomen.

     

     

     

     

     

     

  • Ras beschrijving                                                                      

    Bloem in aardappelplant




    ​​​​​

     

    Frieslander

    • Frieslander biologische pootaardappel NAK en SKAL gecertificeerd
    • Een zeer vroeg ras dat in een zeer korte groeiperiode een hoge opbrengst kan geven
    • Vastkokend met een goede smaak
    • Aantrekkelijke langovale vorm, met een zeer heldere gele schilkleur
    • Ook geschikt voor het maken van frites
    • De phytophthora resistentie in het loof is redelijk en in de knol vrij goed
    • De Frieslander is ook resistent tegen aardappel moeheid en is vrij goed resistent tegen gewone schurft Maat: 40 / 55 mm.
    • Er komen 6 stengels op, dit in tegenstelling met een kleinere maat waar slechts 3 stengels opkomen
    • Een flinke zetter met voldoende reservevoeding wat ten goede komt voor de plant en de opbrengst. Een grote zetter hersteld zich makkelijke na vorstschade
    • Poot de aardappel pas wanneer de nachttemperatuur boven de 8 graden komt.


     

    Twinner

    Dit relatief nieuwe biologische aardappelras is NAK en SKAL gecertificeerd

    • Een zeer vroeg ras
    • Beschikt over een natuurlijke resistentie in loof en knol tegen de schimmelziekte Phytophthora. Deze resistentie is doormiddel van een op traditionele wijze van veredeling tot stand gebracht.
    • Twinner is net als de Frieslander in het begin van de oogst vastkokend en later kruimiger, de aardappel heeft een gele gladde schil zonder diepe ogen, en een diep gele vleeskleur.
    • Dit nieuwe vroege ras wordt gezien als een waardige opvolger van de Frieslander. 
    • Maat35/55 
    • Pootafstand 40 cm en 60 cm tussen de rij
    • Poot de aardappel pas wanneer de nachttemperatuur boven de 8 graden komt.
    • Geschikt voor koken, bakken en frituren


     

    Connect

    • Connect biologische pootaardappel NAK en SKAL gecertificeerd
    • Middenlaat ras
    • Rond, ovaal van vorm met zeer vlakke ogen
    • Het is een vrij kruimige aardappel met een gele vleeskleur, geschikt als tafelaardappel en zeer Tgeschikt voor puree en het maken van stamppot
    • Connect heeft wat smaak betreft veel weg van de meer bekende Doré aardappel
    • Dit aardappelras is zeer weinig vatbaar voor Phythofthora in het loof en in de knol en heeft een goede schurft resistentie
    • Het is ook een zeer goede bewaarbaar aardappel
    • Maat 35/55.
    • Er komen 6 stengels op dit, in tegensteling tot de kleinere maat waar maar 3 stengels opkomen
    • Een flinke zetter met voldoende reserve voeding, wat de ontwikkeling van de plant en de opbrengst ten goede komt. Een grote zetter hersteld zich makkelijker bij vorstschade

     

     

    Alouette

    • Alouette biologische pootaardappel NAK en SKAL gecertificeerd
    • Alouette is een middenlaat ras
    • Rode schil
    • Hoge opbrengst
    • Redelijk vastkokend met een gele vleeskleur
    • Goede smaak
    • Zeer geschikt voor bakken en frites maar ook als tafelaardappel
    • Alouette is resistent tegen de gevreesde aardappelziekte phythofthora
    • De aardappelen groeien grof en hebben een gelijkmatige vorm. 
    • Geschikt voor het telen op zand en kleigrond. 
    • Het is een goede aardappel voor winteropslag
    • Alouette is een verbeterde versie en vervanger van de Raja

     



    Opmerking

    Veel aardappelrassen zijn door de mens onvruchtbaar gemaakt, Nadeel hiervan is dat de plant geen natuurlijke weerstand meer heeft tegen ziektes. 

    Zeker voor de hobby tuinder is het beter om aardappelrassen telen die van nature resistent zijn voor ziektes zoals Phytophthora. 

    Wij vinden het juist fascinerend dat de natuur het zo heeft geregeld dat de plant zich na bevruchting kan afsluiten voor infecties. 

    Waarom zou je tegen de natuur ingaan door rassen aan te schaffen die juist Phytophthora gevoelig zijn. Hierdoor kunnen hele oogsten verloren gaan en moet er door agrariërs veelvuldig gespoten worden. 

    Wees daarom verstandig en Kies verstandig.

  • Compostextract (Overgenomen uit het Handboek Ecologisch tuinieren van Velt)


    Waterige extracten van diverse soorten mest: kippen, varkens, geiten, runder en paardenmest, aardwormencompost. Champost, gecomposteerde druivenpulp, groencompost en GFT compost.  Rijpe composten zouden het meest geschikt zijn. 

    Samenstelling
    De samenstelling van elke composthoop verschilt. Het extract wat je eruit haalt is verschillend. Deze extracten bevatten nuttige micro-organismen die een natuurlijke buffer zijn tegen belagers.


    Toepassing
    Compostextract kan verschillende bladschimmels met succes onderdrukken.

    • Aardappelplaag (Fytophthora) bij aardappel en tomaat
    • Witziekte bij biet, wintergerst, komkommers en druif
    • Grijsrot bij boon, aardbei en sla (Botrytis spp.)


    Overal stelt men een vermindering van de aantasting vast, soms zelf tot 100%.
    één van de verklaringen is dat het extract de sporenkieming van de schimmels verhindert.

     

    Recept:
    De extracten worden bereid bij 15-25 ÌŠC door het compost minstens 1 week enmaximaal 2 weken in koudwater te laten weken. Hiervoor neem je een verhouding van 2 litercompost (ongeveer 1,4 kg) op 10 liter water.
    Het mengsel dagelijks goed door elkaar roeren.
    Na deze periode zeef je het mengsel door een linnen of katoenen doek.
    Dit extract, kan je onverdund over de aardappelen, tomaten en komkommers vernevelen in een dosis van 1-1,5 liter per 10 m2.
    Jonge slaplantjes kunnen tevens voor het uitplanten in het extract worden gedipt.
    Als preventie maatregel tegen schimmelziekten lijkt dit extract zeker een aanrader.

  • Bruinrot

    Bruinrot . Lees meer


    Netschurft

    Netschurft bij aardappelen wordt veroorzaakt door een bacterie die te herkennen is aan de tekening op de aardappel.. Lees meer


    Phytophthora

    Phytopthora is een van de bekenste aardappelziektes.. Lees meer


    Verwelkingsziekte

    Verwelkingsziekte VERTICILLIUM ALBO-ATRUM De schimmels van deze vaatziekte dringen de plant binnen via de wortels of via de stolonen. Aangetaste planten blijven achter in de groei. In het rhizoom is een verkleuring in de vaatbundels zichtbaar. De aangetaste planten gaan slap hangen. In een later stadium kruipt de plant als het ware in de grond en de vruchten die er nog aan komen zijn klein en . Lees meer


    Zwartbenigheid

    Zwartbenigheid bij aardappelen . Lees meer


  • Bladluizen

    Bladluizen
    De bladluis is een plantenetende insect. Hij voedt zich met de cellen van een plant en is meestal groen van kleur, maar er zijn ook witte, zwarte, gele, rode en paarse soorten. . Lees meer


    Coloradokever

    Coloradokever
    De coloradokever is een belangrijke plaag voor de aardappelplant, met name de larven ervan zijn erg vraatzuchtig en kunnen aardappelvelden geheel ontbladeren.. Lees meer


    Wortelknobbelaaltjes

    Wortelknobbelaaltjes zorgen voor verdikkingen op de wortels.. Lees meer


    Zevenbladluis

    De ongevleugelde zevenbladluis (Cavariella aegopodii) is een lichtgroene luis die zuigt aan het loof van de wortelen. De luis kan drager zijn van het pastinakengeelvlek- virus en van het roodbladigheidsvirus. . Lees meer


  • Net als rijst, pasta en brood is de aardappel een belangrijke bron van koolhydraten. Aardappels bevatten ook vitamine B6 en vezels.

     

    Gemiddelde voedingswaarden van aardappels (zoals vermeld op de verpakking), bereid volgens de algemene bereidingswijze:

     

    Voedingswaarde

    Energie

    Vetten

    - waarvan verzadigde vetzuren

    Koolhydraten

    - waarvan suikers

    Vezels

    Eiwitten

    Zout

    per 100 g

    kJ 362, kcal 86

    0,4 g

    0,1 g

    17,9 g

    0,4 g

    1,5 g

    1,7 g

    < 0,1 g