Mosterdkers

 

In de middeleeuwen was mosterd de enige pittige specerij in de Europese keukens.

Mosterdkers is de meest pittige van alle spruiten, met een uitgesproken mosterdsmaak. Heerlijk op een broodje kaas, beenham of leverworst. Ook een echte smaakmaker in een aardappelpuree en natuurlijk hoort ze thuis in een mosterdsoep. Gele mosterd zaden smaken pittig en zoet.

 

 

Zaaien binnen in huis 

 

• Gebruik een kiemschaaltje
• Vul het schaaltje met water tot de onderzijde van het rooster
• Zaai de zaden in een dun laagje op het zaairooster, en maak de zaden vochtig met een plantenspuit
• En plaats deze in een ruimte met een  kamertemperatuur van 20-22°C
• Ververs iedere dag het water. Na 7 dagen kan men de kiemspruiten eten
• Verlenging met een paar dagen geeft wat meer blad aan de spruit
• De kiemspruiten kunnen, zonder hun gezonde eigenschappen te verliezen, ongeveer een week in de koelkast bewaard blijven

 

 

Mosterdkers buiten 

Zaai steeds 1 zaadje in een perspotje binnen in huis of in een kas. 

Wanneer het plantje ongeveer 5 cm groot zijn kunnen deze na 15 mei buiten uitgeplant worden.

Zet de planten om de 20 cm. De planten kunnen 70 cm hoog worden en 20 cm breed. 

 

 

Mosterdblad telen 

Een tweede mogelijkheid is om na de ijsheiligen rechtstreeks buiten te zaaien, zaai op rijen met een afstand tussen de rijen van 25 cm. Oogst op tijd  zodat de plantjes klein blijven ongeveer 10 cm hoog.  Eet hiervan het jonge mosterdblad en gebruik deze voor in de salades. Of snij de blaadjes fijn voor op een boterham met kaas. 

 

 

Mosterdkers als Groenbemester 

Breedwerpig zaaien in Augustus - september. Behoort tot de kruisbloemige en kan in een korte tijd veel organische stoffen produceren. Na de bloei afsnijden en als meststof onderwerken. Laat de plant eerst afsterven alvorens onder te werken als meststof.

 

 

Teeltwisseling

Houd er rekening mee dat mosterdkers onder de koolplanten valt en dus geteeld dient te worden in het koolvak. Aangezien je wisselteelt dient toe te passen in de tuin. Mosterdplantjes zijn gevoelig voor knolvoet. Voor de wisselteelt van koolsoorten houd men 1 maal per 6 jaar aan, om op dezelfde plek telen. Mocht er in de planten knolvoet komen, dan telt de regel 1 maal per 8 jaar op de zelfde plek telen.

 

Mocht je zaden overhebben gooi deze dan niet weg, maar gebruik deze in de keuken. De zaden zijn geschikt voor in allerlei gerechten, voor het inmaken van zoet/ zuur of maak hier mosterd poeder van.

 Rijk aan calcium, ijzer en de vitaminen A, B1, B2 en C.