• Nutriënten



    • U bent hoeder van 5 kg biomassa waarvan 1,5 kg levende bacteriën die u dagelijks voedt. Daarnaast draagt iedereen de schimmel Candida bij zich, zolang goede bacteriën overheersen blijft deze in bedwang gehouden. Uw darmen bevatten 10 keer zoveel bacteriën als het aantal menselijke cellen in uw lichaam
    • Het darmkanaal is niet alleen een afvalverwerkingsbedrijf maar ook een leverancier van onze broodnodige nutriënten. Dat dit alleen mogelijk is met een goede en gezonde voeding spreekt voor zich. Niet voor niets bestaat het gezegde “Je bent wat je eet”
    • De darmflora (darmbicoon) bevindt zich niet alleen in de darmen maar in het gehele maag-darmstelsel
    • Beperk de inname van lichaamsvreemde stoffen. Dat is niet eenvoudig omdat we vaak niet weten wat de samenstelling van producten is. Een voorbeeld is citroenzuur E330. Je zou verwachten dat het hier gaat  om een concentraat van citroenzuur uit citroenen. Echter in de praktijk gaat het om een product wat vervaardigd wordt door de gemodificeerde schimmel Aspergillus niger in een suikeroplossing
    • Het mag ook niet ontbreken aan sommige micro- nutriënten. Dus diversiteit in uw voeding spreekt voor zich. Voorbeelden hiervan zijn Scheurbuik (gebrek aan vitamine C) en Beriberi (gebrek aan vitamine B1)
    • Van sommige nutriënten bevat ons eten 50% minder dan de voeding van 40 jaar geleden. Zie onderstaande tabel

     

     

     

     

     

    Hoewel het geen bewezen feiten zijn is het opvallend dat er een toename is van het aantal nieuwe cases als het gaat om endeldarm en dikke darmkanker. Zie onderstaande tabel:

     

     

     

    Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid nutriënten
    Mineraal Symbool ADH mg/dag*)
    Natrium Na Max. 3500
    Kalium K 2000 - 6000
    Calcium Ca 700 - 1000
    Fosfor P 700 - 1400
    Magnesium Mg 250 - 350
    IJzer Fe 9 - 16
    Koper Cu 1,5 - 3,5
    Zink Zn 9-10
    Mangaan Mn 2,5 – 5,0
    Jodium I 0,1 – 0,3
    Fluor F 1,5 – 3,0
    Chroom Cr 0,02 – 0,03
    Kobalt Co onbekend
    Seleen Se 0,05 – 0,15
    Molybdeen Mo 0,07 – 0,25
    Silicium Si 5 – 20
  • Wat zijn elementen

     

    Om nutriënten te begrijpen is het handig te weten welke elementen er bestaan. In onderstaand periodiek systeem staan alle elementen die tot nu toe ontdekt zijn en waar er 94 voorkomen in de natuur. De schrijfwijze bestaat uit 1 tot 3 letters waarvan de eerste een hoofdletter is.

     

     

     

     

     

    Atoom

    Het kleinste deeltje van een element wat nog de chemische eigenschappen van de stof bezit noemen we een atoom. Vrijwel alle scheikundige en natuurkundige eigenschappen van de op aarde voorkomende materie zijn gekoppeld aan de eigenschappen van atomen. De schrijfwijze bestaat uit afkorting van 1 tot 3 letters waarvan de eerste letter een hoofdletter is.

     

     

    Molecuul

    Atomen kunnen een verbinding met elkaar aangaan en dan spreken we van een molecuul. Een molecuul is opgebouwd uit atomen die in een vaste rangschikking van chemische bindingen met elkaar verbonden zijn. Moleculen hebben hun eigen specifieke chemische eigenschappen.Van oorsprong zijn waterstof en zuurstof twee gassen terwijl H2O een vloeistof is.

    De schrijfwijze van moleculen bevat alle afkorting van alle elementen die met elkaar verbonden zijn. In de organische chemie plaatst men de koolstof (C) vooraan, gevolgd door het waterstof (H). De overige elementen komen dan in alfabetische volgorde. Komt een atoom meerder malen voor in het molecuul dan wordt dit rechts onder aangegeven met een cijfer in subschrift. Een bekend veel voorkomend molecuul = H2O (water). Twee waterstof atomen en een zuurstof atoom die met elkaar verbonden zijn.

    Wanneer een molecuul in een organisme wordt afgebroken veranderen ook de chemische eigenschappen ervan. Zo kan het voorkomen dat dat in het afbraakproces stoffen ontstaan die giftig zijn terwijl de oorspronkelijke stof dit niet is.

     

     

    Ion

    Een ion is een elektrisch geladen atoom of molecuul, of een andere groep gebonden atomen met een elektrische lading. Een ion kan positief of negatief geladen zijn door respectievelijk een tekort of een overschot van een of meer elektronen. Een bekend ion is H+

     

     

    Samenstelling meststoffen

    Nu we weten hoe materie wordt beschreven kunnen we lezen en analyseren wat er in meststoffen zit. Bijvoorbeeld: Patentkali: 30% K2O. Dit wil dus zeggen dat 30% van de meststof bestaat uit moleculen die samengesteld zijn uit: 2 atomen kalium (K2) en 1 atoom zuurstof (O).

     

     

    Naam meststof Samenstelling
    zwavelzure ammoniak 21% N ((NH4)2SO4)
    ureum 46% N (koolzuurdiamide)
    chilisalpeter of natriumnitraat 32%NaNO3 (15,5%N)+ 0,2% boor + 37%Na2O
    kalksalpeter of calciumnitraat 15,5% N (Ca(NO3)2)
    stikstof plus 15% N (Ca(NO3)2) + 9 % MgO
    kalkammonsalpeter 27% N (NH4NO3) + 6% CaO (+ 4% MgO)
    patentkali 30% K2O + 10% MgO + 42% SO3 (17% S)
    kali chloorarm (zwavelzure kali) 48-50% K2SO4
    kalizout 20% (20% K2O), 40% of 60% KCl + NaCl
    superfosfaat 17, 18 of 20% P2O5
    dubbelsuperfosfaat 35% P2O5
    tripelsuperfosfaat 45% P2O5
    thomasslakkenmeel 14-18% P2O5 (oplosbaar in 2% citroenzuur)
    dolokal (60 zuurbindende waarde) 80% CaCO3 + 19% MgO
    kieseriet 27%MgO + 55% SO3(22% S)
    koper(II)sulfaat 25% Cu (CuSO,4)
    kobalt(II)sulfaat ongeveer 20% Co (CoSO4)
    mangaansulfaat 25% Mn(MnSO4)
    koperslakkenbloem 1-3% Cu (CuSO4)
    molybdeenfrit 3% Mo

     

     

  • Welke nutriënten zijn van belang voor planten

     

     

    Buiten water - licht - warmte zijn de volgende groepen nutriënten te onderscheiden

    • 3 niet minerale macronutriënten
    • 3 primaire macronutriënten
    • 3 secundaire macronutriënten
    • 7 micronutriënten

     

     

    Niet minerale Macronutriënten

     

    Koolstof (C)
    Koolstof is een bouwstof die planten uit de lucht halen en wordt gebruikt om de plant stevig te houden. Koolstof in de bodem houdt voedingsstoffen vast en is noodzakelijk voor het bodemleven voor de vorming van eiwitten. 1 gram heeft een oppervlak van 500 tot 2000 m².

     

    Waterstof (H)
    Waterstof zorgt ervoor dat de plant niet uitdroogt en wordt natuurlijk gehaald uit water.

     

    Zuurstof (O2)
    Zuurstof halen planten uit het water en dit wordt via de wortels van de plant opgenomen.

    De plant gebruikt deze elementen in het fotosynthese proces. Deze zitten in de lucht en water en zijn buiten nauwelijks beïnvloedbaar. In een kas kan dit wel enigzinds.

     

     

    Minerale Macronutriënten 

     

    Stikstof (N)
    Stikstof stimuleert de groei en is onderdeel van de aminozuren en bladgroenkorrels. Bij gebrek aan stikstof krijgen de bladeren van de plant een gele kleur en kunnen uiteindelijk afsterven.

     

    Fosfor (P)
    Fosfor is belangrijk voor het energietransport in de cellen van een plant. Het vormt een bouwsteen van de celwanden, DNA en allerlei soorten proteïnen en enzymen in de plant. Dit element is daarom van belang voor de vorming van wortels, knoppen, bloemen en zaden. Verder stimuleert fosfor de wortelgroei.

     

    Kalium (K)
    Kalium activeert verschillende enzymen, waardoor de plant CO2 kan opnemen. Ook bevordert kalium de bloei en vrucht groei. Verschijnselen bij gebrek aan kalium zijn kuilen en heuvels of dode plekken op het blad. De stengel blijft vaak ook dun en slap. Planten kunnen ook vatbaarder worden voor ziektes door kalium.

     

     

    Secundaire Macronutriënten

     

    Calcium (CA)
    Calcium is onderdeel van de celwanden in planten en versterkt de cellen ook heeft het een functie in het reguleren van andere voedingsstoffen. Bij een gebrek aan stikstof sterven de toppen van wortels en scheuten af. De bladeren buigen om en de uiteinden vallen eraf.


    Magnesium (Mg)
    Magnesium speelt meerdere rollen als onderdeel van de bladgroenkorrels.


    Zwavel (S)
    Zwavel is belangrijk voor de aminozuren, eiwitten en het maken van plantweefsel.

     

    Micronutriënten

     

    Mangaan (Mn)
    Mangaan beïnvloedt hoe planten gebruik maken van energie, water en nutriënten tijdens fotosynthese.

     

    Zink (Zn)
    Zink reguleert de groeihormonen. Zonder voldoende zink kan er een gebrek ontstaan aan ijzer.

     

    IJzer (Fe)
    IJzer is vooral nodig bij jonge planten om chlorofyl te produceren, het groene pigment bij planten.

     

    Koper (Cu)
    Koper maakt het mogelijk voor de wortels om nutriënten efficiënt te verplaatsen.

     

    Molybdeen (Mo)
    Molybdeen maakt stikstof meer toegankelijk en een tekort kan een gezonde groei verhinderen.

     

    Chloor (Cl)
    Chloor zorgt ervoor dat het water zich door cellen kan voortbewegen.

     

    Borium (B)
    Borium beïnvloedt de groei van cel constructie tot de ontwikkeling van vruchten.

  • Meststoffen

     

    Onder kunstmest worden doorgaans de middelen van niet-biologische oorsprong verstaan die ter bevordering van de groei van gewassen aan de bodem worden toegevoegd. Een betere omschrijving zou echter zijn alle voedingselementen die kunstmatig gewonnen worden. Bijna alle kunstmeststoffen zijn zouten en worden in de gangbare landbouw gebruikt. 

     

    Kunstmest werkt snel. Een kunstmeststof lost snel op in water, hierdoor komen de voedingselementen na korte tijd al vrij. Maar deze voedingsstoffen zijn niet altijd beschikbaar in de juiste verhoudingen voor de plant. Een deel spoelt uit en verdwijnt in het grondwater.

    Daarnaast bestaan kunstmeststoffen uit zouten. Schimmels kunnen slecht tegen zouten en gaan daardoor dood. Schimmels kunnen dan het moeilijke afbreekbare materiaal niet meer omzetten, waardoor bacteriën en gisten hun werk ook niet meer kunnen doen. Zonder schimmels stoppen de natuurlijke processen.

     

    De hoofdwortels van de plant zuigen het water op, met de meststoffen erin, en de plant begint goed te groeien. Een nadeel is echter dat de plant wat extra water moet opzuigen om de aanwezigheid van het zout te compenseren. De plant wordt dus nog wat groter, maar is eigenlijk oververzadigd en opgeblazen.

    Een ander nadelig effect is dat een groot deel van de fijne haarworteltjes verdwijnt, want hun functie is weggevallen. De voedingsstoffen zijn opgenomen langs de hoofdwortels, spijtig genoeg maar een beperkt aantal (want meer dan NPK + 2 of 3 extra elementen zit er niet in kunstmeststof).

    Door het afsterven van het bodemleven in de bovenlaag neemt de hoeveelheid onkruid met diepe penwortel toe. Geldt dus ook voor de kunstmest die opgenomen is in reguliere potgrond.

     

     

    Gecoate kunstmeststoffen

    Dit zijn meststoffen met een afbreekbare coating waardoor de meststof geleidelijk te beschikking komt.

     

     

    Organische meststoffen

    Ook organische mest mag volgens de Nederlandse wet nog steeds 40% kunstmest bevatten. Let dus op wat je koopt. Alleen 100% organische meststoffen mogen geen kunstmeststoffen bevatten. 

     

     

    100% organische meststoffen

    Dit zijn meststoffen die zijn samengesteld uit plantaardige en dierlijke grondstoffen met een natuurlijke oorsprong.

    • Dierlijk: Bloed-,beender-, hoorn-, verenmeel  
    • Plantaardig:  Luzerne, zeewier, vinassekali en groenbemesters 
    • Samengesteld: Bio Inogreen groei, verrijkt met schimmels en bacteriën voor de vertering.

     

    Deze meststoffen voegen echter niets toe aan de grond als het gaat om waterhuishouding enz. maar lossen bepaalde problemen op.

     

     

    Cocopeat

    Cocopeat (gemalen cocosbast) Voedingswaarde = 0 kan wel heel goed water vasthouden. (deels vervanging van turf)

     

     

    Minerale hulpstoffen en steenmeel

    Een mineraal is een samengestelde of enkelvoudige stof, die als vaste stof in de vrije natuur voorkomt en gevormd is door geologische processen. 

     

    • Lavameel
    • Kalk 
    • Bentoniet 
    • Basaltmeel 
    • Kieseriet 
    • Patentkali

     

     

    Compost

    Compost is een donkerbruin tot zwart, kruimelig product dat bestaat uit plantaardige resten zoals selectief ingezamelde groenten, fruitschillen, grasmaaisel, bladeren en snoeihout die door micro-organismen bijna tot humus zijn afgebroken. Compost bevat veel organische stof en verbetert de bodemstructuur doordat voeding en organisch materiaal wordt toegevoegd. Compost wordt gebruikt in de land- en tuinbouw door vermenging met, of bestrooiing van, de bovenlaag van de bodem.

    Composteren is te vergelijken met wat in het bos gebeurt als afgevallen bladeren, twijgjes en dode planten en dieren zich omvormen tot donkerbruine bosgrond. Compost ruikt ook enigszins naar bosgrond. Het is het resultaat van het composteringsproces. Het is een humusproduct dat organismen bevat en gemineraliseerde elementen die voedsel zijn voor planten. Compost is 100% natuurlijk. zie voor meer details klik hier..

     

    Mestcompost
    Mestcompost is van dierlijke oorsprong. Verse mest dient eerst vercomposteerd te worden b.v in de compostbak. Aan biologisch gecertificeerde mestcompost is voor de hobby tuinder moeilijk aan te komen
    Er is wel biologisch gecertificeerde mestcompost in droge vorm te koop in zakken van 40 l. Deze zijn klaar voor gebruik. Zie webshop. 
     
  • Verstoringen

     

    Ondanks onze aandacht voor de bodem kunnen er toch verstoringen ontstaan: De verhouding nutriënten kan verstoord worden door:

    • Gebruik van eenzijdige meststoffen zoals kunstmest
    • Fosfor overschot door gebruik van dierlijke mest
    • Te hoge of te lage temperatuur
    • Verkeerde zuurgraad (pH) van de grond
    • Tekorten zijn makkelijker te verhelpen dan overschotten

     

     

    Verkeerde zuurgraad van de grond

    Een belangrijke eigenschap van de bodem is de zuurgraad (pH). De pH is een eenheid om de zuurgraad weer te geven.

     

     

    Grond verzuurd onder invloed van

    • Regenwater pH 4 - 5.
    • Gebruik van meststoffen
    • Door vertering van plantenresten

     

     

    Zuurgraad wordt verhoogd door

    • Beluchting. (Laten ontsnappen van CO2)
    • Door de toepassen van een gift lavameel of kalk.
    • Grondwater - kraanwater verhoogd de pH omdat het kalk bevat.

     

     

     

    Lees meer over de zuurgraad klik hier.

  • Wanneer pH test uitvoeren

     

    Controleer jaarlijks rond Oktober - November de pH waarde van de grond. (Zie item bodem - pH meten)

    Om de jaarlijkse verzuring tegen te gaan en de nutriënten aan te vullen kun je 1m3 compost aangevuld met 20 kg lavameel gebruiken per 100 m2